Brief adresseren: Hoe doe je dat?

Hoe adresseer je een brief in 5 stappen

Wie vaker een brief verzendt, vult waarschijnlijk automatisch de adressering in. Maar wat als je voor het eerst een brief gaat versturen? Aan het adresseren van brieven zijn regels en richtlijnen verbonden, zodat iedereen dit op de juiste manier kan doen. 

1. Let op de lengte van het adres;
   • De richtlijn is minimaal 3 en maximaal 6 adresregels.
2. Hou de juiste volgorde aan in de adresregels;
   • Naam
   • Straatnaam en huisnummer / postbus en postbusnummer / antwoordnummer
   • Postcode en plaatsnaam*
3. Let op de richtlijnen voor de opmaak van de postcode:
   • Plaats een spatie tussen de cijfers en de letters van de postcode;
   • Plaats twee spaties tussen de postcode en de plaatsnaam.
4. Schrijf de plaatsnaam in hoofdletters.
5. Gebruik een aanbevolen lettertype en tekengrootte voor adressen die geprint worden.
   • Bij voorkeur geen opmaak als bold, italic of onderscores;
   • Standaard lettertypes als Sans Serif, Arial, Calibri, Verdana en Helvetica;
   • Gebruik lettergrootte 10 tot 12.

Retouradres: vermelding van de afzender

Het is belangrijk om een retouradres op de envelop te melden voor het geval dat de adressering van de brief niet correct is, of wanneer deze niet goed kan worden verwerkt door de sorteercentra. Vermeld daarom altijd de afzender op de envelop. De richtlijnen voor een retouradres verschillen of het een handgeschreven of geprinte adressering is.

1. Handgeschreven adressering

Schrijf het retouradres op de achterzijde van de envelop. Naam, adres, postcode en plaats. In de meeste gevallen volstaat het zelfs om de postcode en het huisnummer te vermelden.

2. Geprinte adressering

Maak je gebruik van een geprint adresetiket of een vensterenvelop om de brief te adresseren? Print het retouradres dan op één regel in de linkerbovenhoek.